Het eigenlijke extruderen
Het geconditioneerde meel wordt vanuit de conditioner aan de "barrel" gevoed. Deze is hieronder lichtblauw aangegeven op de afbeelding.
In de barrel bevindt zich een schroef van Archimedes of vijzel die het meel vooruitstuwt naar het einde van de barrel waar een matrijs op gemonteerd is.
Op de afbeelding hieronder kan men van links naar rechts een deel van de schroef, de kop van de messen en de buitenkant van de matrijs zien.
Doordat zowel de speling tussen schroef en mantel als de openingen in de matrijs erg klein zijn, kan de druk in de barrel oplopen tot meer dan 90 bar.
De veroorzaakte wrijving zorgt ook voor een temperatuurstijging tot meer dan 100°C. De barrel heeft echter een dubbele mantel en met een sterke waterkoeling kan de temperatuur teruggebracht worden tot ± 60°C. Koude extrusie is voor sommige speciale voeders (bijvoorbeeld ouderdiervoeder) gebruikelijk.
Door de hoge druk en temperatuur die in de "barrel" ontstaat, wordt het zetmeel ontsloten. Dit heeft een positieve invloed op de verteerbaarheid van het zetmeel (het wordt voor de vis als het ware reeds voorverteerd) en op de fysische structuur van de korrels vermits ontsloten zetmeel als binder fungeert.
Bij het verlaten van de barrel via de matrijs, valt de druk in een fractie van een seconde terug tot atmosferische waarden. Hierdoor zwelt het meel sterk en krijgen we dus korrels die een veel grotere diameter hebben dan de openingen in de matrijs waar ze uitkomen. Bovendien kookt het in het meel aanwezige water plots zeer sterk bij het verlaten van de barrel (de druk is immers terug atmosferisch en het water is dus ver boven zijn kookpunt). Door dit plotse koken verdampt het grootste deel van het vrije water ogenblikkelijk en vormt zo een "centrifugale kracht". De waterdamp ontsnapt immers zeer snel uit het meel en sleurt als het ware materie mee. Dit is de tweede reden voor het plotse zwellen van de korrel bij het verlaten van de barrel.